Colofon 1. Opkomst van De Marktstraat in Arnhem
2. De Oorlogsjaren
3. De Slag om de Brug
4. De verwoesting, wederopbouw, herdenking
Verwoesting Wederopbouw Herdenking En verder

De Marktstraat in Verwoesting
wederopbouw
herdenking
in Arnhem

Start

De film “herwinnen door werken” is gemaakt om Amsterdam hulp bij de wederopbouw te vragen. Bron: filmmuseum Eye. De muziek: “Aan mijn vaderland” is van Bernard Zweers. Het Limburgs Fanfare Orkest speelt het tijdens het bevrijdingsconcert in de Laurenskerk te Rotterdam in 2013. Op orgel: Rob Mennen, dirigent: Juri Briat, arrangement: Johan de Meij.

Verwoesting

Tijdens de evacuatie wordt Arnhem leeggeroofd. Onderstaand boekfragment laat zien wat dit voor de Arnhemmers betekent.


…De stad lag omringd door wachten tegen den stroom, in een ring van salvo’s als een verlaten nest, toegankelijk voor jakhalzen, azend op den buit van een weerlozen prooi. Wij hebben in vijf jaren ondervonden dat de bezetters systeem kenden in roof. Hier begon het op andere wijze. Na den dienst gingen officieren er op uit, hielden voor de voornaamste huizen stil en doorzochten vluchtig den achtergelaten boedel. De meeste bewoners hadden toegangsdeuren of kasten niet afgesloten, rekening houdend met plundering en zoo ruwe vernieling willende voorkomen.

Ik moet er niet aan denken dat deze graaizuchtige vreemden en landsvijanden zich reeds met den blik het moeizaam vergaarde familiebezit hebben toegeëigend en met hun stemgeluid hebben geschonden. In hun zakken verdwenen de kostbaarste zaken, goud, zilver en waardevolle gebruiksvoorwerpen.

Zij werden spoedig gevolgd door lageren in rang en minderen, die ook naar waardeloozer sieraden en lijfgoed zochten: ruwer, met minder consideratie voor anderer eigendom, belust op drank en genot. Zij besmeurden nachtgoed en bedden, sliepen hun roes uit en verontreinigden het huis zoals reedeloze beesten doen. Wijzerplaten van stoeltjesklokken dienden als schietschijf; antiek porselein werd vergruizeld in het woeste spel der verlorenen, wie onbeperkte heerschappij in de leegte hen uit het evenwicht sloeg en tot vandalen maakte.

Siroop drupte tusschen de snaren door op het klankbord van vleugels; eieren kleefden tegen den wand, rondgesmeten als ballen in een kermistent uit den meegesjouwden overvloed en gevulde flesschen werden op den rand van meubel onthalsd. In alle huizen waar nog drank werd aangetroffen eindigde de losgebarsten feestroes met grondige verwoesting van kostbaar meubilair, van kussenkasten en klokken, porselein of behang en gordijnen, van schilderijen en spiegels, waschtafels en ruiten. Asch en meel werden rondgestrooid en de waanzin steeg zoo hoog dat linnen kasten werden bevuild, lakens door midden gescheurd en lingerie of japonnen op de gezouten groente in inmaakpotten vastgestampt.

Daarna hielden ook vrachtwagens op doortocht stil. Uit omringende gemeenten drongen bezetters naar de stad, officieren en manschappen in dezelfde volgorde, steeds brutaler, luidruchtiger, steeds haastiger en ruwer in den roof, reeds bezorgd dat anderen hen voor waren geweest. Ieder hale toch wat van zijn gading was!

De stad lag daar, rijk, zonder weerstand, als een geveld beest hijgend onder het geknaag van kruipend gedierte. Een menigte gieren dook neer op een zieltogende prooi. Nederlandsche werklui, in de onmiddellijke omgeving der stad werkzaam, hebben zich roovend dieper verlaagd dan de vijand; want zij vergrepen zich aan het bezit van landgenooten; terwijl de bezetters of misdadigers uit aanleg misleiden, fanatieke geloovigen in hun vermeende orde of teleurgestelden zonder toekomst, die zonder onderscheid hun menschelijke waardigheid hadden ingeboet met de uniform welke zij droegen, niets anders hadden geleerd dan dat een overwonnen volk geen levensrecht of bezit meer heeft.

…Zij zijn in den aanvang van December in gelederen uit het Rijk hierheen gekomen, met vrachtauto’s en bussen en karren met wagens en goederentreinen. Georganiseerd; onder leiding; mannen en vrouwen; jongens en meisjes dier nieuwe geüniformeerd jeugd. Welk een schouwspel! Welk een historische daad! Borden wezen de richting naar laadplaatsen voor transport; oorlogsbuit, nu bezit der Duitsche natie. Zoo gingen zij te werk: kleren, linnengoed; dekens en matrassen. Gordijnen en vloerkleeden en loopers. Klokken, naaimachines, stofzuigers, electrische apparaten (enzovoort)

…Ik zal het nooit kunnen vergeten. Ik ben een vrouw. Zij hebben ons het innigst bezit ontnomen, alles wat getuigt van ons dagelijks leven, en dat iets mede draagt van ons geluk en verdriet, van onszelf. Zelfs speelgoed van kinderen, ja de mand met vuile wasch is meegeroofd en zij lieten niets achter dan een besmeurde chaos, even gehavend door opzettelijke schennis. Veel van wat niet kon worden meegenomen is vernield, vertrapt, verscheurd. Zoo vond een ieder van ons in de arme stad zijn huis terug, wanneer het althans niet met de grond was gelijk gemaakt; bezocht door bezeten, nog in toom gehouden wilden, die niets spaarden omdat het van een ander was. Door een leger desperado’s, die aan trouwbreuk, onverhoedschen aanval en knechting in den ergsten vorm ook nog de laagste en gewoonste misdaad hebben toegevoegd, die van ordinaire roof, volbracht door knechten. Zulke lieden verliezen zelfs het laatste restje respect, noodig om te worden gehaat. Ik veracht hen.”



In April 1945 wordt Arnhem veroverd door Canadezen. In die strijd wordt Arnhem definitief verwoest.


Film 1945 second battle,: British movietone

In het voorjaar, net na de bevrijding, willen de Arnhemmers zo vlug mogelijk terug naar hun stad. Dit document spreekt voor zich: mijn vader en moeder hebben elkaar tijdens de evacuatie leren kennen en krijgen een gezamenlijke vrijgeleide om naar Arnhem terug te keren.


Vrijgeleide

“Mijn paspoort verleende toegang tot de stad. Op mijn weg zag ik mensch noch dier. Zulk een eenzaamheid benauwt; slechts de aarde leefde, in het duister, in het geheim, ontworsteld aan de orde der menschen; groeiend, voortkruipend, opschietend. Zij belaagde de versteende massa en reeds opgeschoten planten, struiken weliger uit en bloeiden overvloediger kleuren. Zij nam bezit van oude rechten, geduldig en zonder genade. Groote stukken van den weg waren omgewoeld door explosies en versperd met steengruis en puin; mijn voetstappen klonken dof als in een hollen weg.

In oorlogstijd raakt ieder gewend aan vernieling en wij hebben gedurende vijf jaren dagelijks gezien hoe ons land en steden en dorpen onbarmhartig en redeloos werden geschonden. Maar in deze stad heerschte een vreemd, onmenschelijk, naamloos leed. Hier verging een versteende mummi en verstikte afwezig leven. Een stadswijk in dien toestand biedt een troosteloozen aanblik; dan herkent men de schade en ervaart de groteske rampspoed van voorwerpen, zonder zin omdat zij niet meer worden gebruikt en daardoor miskend.

Wind en weer hadden er bezit van genomen en schiepen nieuwe geluiden; een luchtig, duizendvoudig gepiep, gekraak en geritsel, een bijna onhoorbaar aanhoudend gekreun, alsof een opstandige god op een rots gekluisterd werd gekweld en de aarde het steunen van zijn onsterfelijk lichaam weerkaatste. Hier heerschte het onstilbare leed van den dood, die niet sterven kan omdat hij eeuwig is, in doorschoten huizen en verwaarlozing, in flarden, schilfers en puin, in regenwater en wind, in schimmel en ontbinding, zelf geteisterd omdat heugenis aan leven ondanks verstikking niet week. Hier zag ik de resten eener beraamde schennis, en elk huis, iedere straat of steeg klaagde den nood van losbandigheid en verwildering. Een woestenij, moedwillig geschapen; een langdurig proces van langzame marteling, het leven aangedaan, dat hier in duizenderlei vorm had gehuisd…



1946: filmmuseum Eye: Kleurenfilm titel: herwinnen door werken


De verwoesting van de Marktstraat.


Verwoesting en Wederopbouw
Gelders Archief 1560-5446

Herkenbaar blijven de torentjes van het Rijksarchief en de geblakerde bomen van de plantsoentjes.

Verwoesting en Wederopbouw

1945 - Van de gebouwen aan de Marktstraat is alleen nog een berg puin over, behalve het Rijksarchief. Daarvan is het hoofdgebouw gespaard gebleven. De torentjes en het puntdak worden bij het herstel verwijderd.

Verwoesting en Wederopbouw

Verwoesting en Wederopbouw

Op de achtergrond de verwoeste Marktstraat, op de voorgrond het verwoeste gebouw van Rijkswaterstaat, het hoofdkwartier waar de laatste strijd was en van waaruit de familie weggeleid werd. Het tijdelijke hoofdkwartier van Frost, ernaast, is helemaal verdwenen.

Verwoesting en Wederopbouw

1945 - Marktstraat vanaf de Rijnbrug, met tramlijnen en geblakerde bomen. De brugleuning bestaat nog. Het puin wordt geruimd. Hiervoor worden vaak NSB’ers ingezet.

Verwoesting en Wederopbouw

1945 - Hofstraat. Rechts gebouw Rijkswaterstaat

Verwoesting en Wederopbouw

1947

Verwoesting en Wederopbouw

1945 - Verwoestingskaart: de zwarte panden zijn niet helemaal verwoest

Verwoesting en Wederopbouw

Bron: Vernieling en vernieuwing, Bob Roelofs 1995

Uit: Archief gemeentewerken 1945-1949 (dossier 184). Bij d. staat de Hersteld Apostolische Kerk, Marktstraat 3.

Wederopbouw

HARK

In 1945 en 1946 worden Arnhemmers geholpen door de HARK: HulpActieRoodeKruis. De Arnhemmers worden voorzien van meubels, kleding en huisraad. De familie van Dijk krijgt ook zijn deel. Oma van Dijk heeft tot haar dood in 1980 huisraad van HARK in huis. Ze wordt onder andere ingeloot voor een tweepersoonsbed.



Een oproep om hulp te geven aan de Arnhemse bevolking:

Verwoesting en Wederopbouw

Aankomst Hulpgoederen


Het Rijksarchiefgebouw

Martkstraat 1, is het enige gebouw dat de verwoesting van de Marktstraat overleefd heeft. De geschiedenis van dit gebouw illustreert de opkomst en de ondergang van deze straat. Gebouwd in 1880, zwaar beschadigd in 1944 en gesloopt in 1968.


Verwoesting en Wederopbouw

1953 - Rechts van het midden het Rijksarchiefgebouw, daarnaast het nieuwe provinciehuis in aanbouw. Het oude stratenpatoon is verdwenen. Achteraan rechts de Grote Kerk in aanbouw nog zonder toren.

Verwoesting en Wederopbouw
Gelders Archief nr. 1524 – 6236

1960 - Links het Provinciehuis, dat in 1954 in gebruik is genomen. Rechts daarvan een doorkijkje naar de Markt. Daarnaast het oude Rijksarchief dat nog overeind staat. Daar weer rechts van de Eusebiuskerk in de steigers voor de wederopbouw, en de kantoren van het Paleis van Justitie die in 1960 worden opgeleverd. Rechts van het archiefgebouw staan kleine flatjes. Lang hebben ze daar niet gestaan, ergens in de jaren 70 zijn ze vervangen door kantoren. Op de plek van Marktstraat nr 3 staan bouwketen. Op de voorgrond, dus 16 jaar na de verwoesting, staat nog een ruïne.


Verwoesting en Wederopbouw
Gelders Archief nr. 1524 – 2842

1965 - Het parmantige pand, beroofd van zijn torentjes en puntdak, lijkt nu op een vervallen pakhuis. Als laatste overblijfsel van de Marktstraat heeft het nog wonderlijk lang standgehouden. Als was het om te laten zien waar het was en hoe mooi. De geblakerde bomen zijn vervangen door nieuwe aanplant.

1968

Het Rijksarchief is gesloopt. Het paste niet meer in het nieuwe decor.

Verwoesting en Wederopbouw

Niets herinnert meer aan de middeleeuwse historie. Niets aan de rammelende handkar, de klossende klompen, de struiken en de hoge bomen in de plantsoentjes. Niets aan de wijnvaten die over de klinkers rolden bij de firma Hesselink. Niets aan de tram op weg naar de remise of naar singels.

Hier klinken tot 17 september 1944 op zondag de op gedragen toon gezongen gezangen en psalmen; gezongen door diep gelovige mensen waaronder een ernstige weduwe met haar 3 kinderen. Het moet buiten te horen zijn geweest.

Hier marcheerden NSB-ers en Duitsers, fier en bombastisch zingend van een ideologie die zou leiden tot de totale vernietiging.

Hier was het inferno van vuur, ontploffende granaten, fosforbommen, brandende huizen, stervende soldaten en burgers en doodsbange, vluchtende Arnhemmers.

In 2016 wordt de Markt opnieuw ingericht en krijgt het zijn oude bestemming terug. Het provinciehuis uit 1954 krijgt een nieuwe vleugel. Het naoorlogse kantoorgebouw, waarvoor het oude Rijksarchief moest wijken, wordt daarvoor weer gesloopt.

De Marktstraat zelf bestaat niet meer: ergens in de jaren ‘70 langzaam maar zeker verdwenen in elkaar opvolgende nieuwbouwplannen. Er wonen geen mensen meer. De Marktstraat heet nu Oranjewachtstraat.



ARNHEM - Op 9 juli 1942 worden in Fort bij Rijnauwen bij Bunnik 9 leden van de verzetsgroep De Oranjewacht gefusilleerd door de Duitsers. Onder de doden is de oprichter Piet Hoefsloot. De Arnhemse meubelkoopman richtte de groep op in juni 1940. Eind 1940 werden de eerste leden van de groep al opgepakt en doodgeschoten.

De Oranjewacht behoorde samen met de Geuzen van Bernhard IJzerdraat uit Schiedam tot de eerste Nederlandse verzetsgroepen, die zich vooral bezighielden met zaken als sabotage, inlichtingen verzamelen en hulp aan onderduikers. In Arnhem had de groep van Hoefsloot een voorraad wapens. De groep had nauwe contacten met andere verzetsgroepen en had leden in tal van steden waaronder Apeldoorn, Nijmegen, Zwolle en Utrecht. Ook andere kleine groepen sloten zich aan bij de Oranjewacht.

Boekje met namen
Om het risico om als groep te worden opgerold zo klein mogelijk te maken, bedacht Hoefsloot een systeem om de verzetsgroep op te delen in kleinere groepen met elk maar één contactpersoon, waardoor zo weinig mogelijk leden over de namen van andere leden zouden beschikken. Toch ging het voor de Oranjewacht al heel snel fout toen de leider van verzetsgroep De Geuzen, Bernhard IJzerdraat, eind november 1940 werd opgepakt. Hij had een notitieboekje bij zich met daarin namen van contactpersonen van De Oranjewacht, want contact tussen de diverse verzetsgroepen was er zeker wel. Op basis van die lijst pakten de Duitsers door heel het land 40 leden van de Oranjewacht op, onder wie oprichter Piet Hoefsloot. Negen van hen werden tegen de muur gezet, de overigen gingen onder meer naar Kamp Amersfoort.

De achttien doden
IJzerdraat wordt samen met 14 andere leden van de Geuzen, op 13 maart 1941 doodgeschoten op de Waalsdorpervlakte. Dichter Jan Campert schreef over hen zijn gedicht 'Het Lied der achttien dooden', met de bekende beginregels:


Een cel is maar twee meter lang

en nauw twee meter breed,

wel kleiner nog is het stuk grond

dat ik nu nog niet weet,

maar waar ik naamloos rusten zal,

mijn makkers bovendien,

wij waren achttien in getal,

geen zal den avond zien.


De achttien doden waren de eerste slachtoffers van het zogeheten Haagse proces tegen Nederlandse verzetsstrijders in het gebouw van de Hoge Raad in Den Haag. Van drie minderjarige Geuzen worden de straffen omgezet; in hun plaats worden drie communistische februaristakers gefusilleerd.

TV Gelderland






De Kerk

Na de oorlog betrekt De Hersteld Apostolische Zendingkerk tijdelijke gebedsruimten tot nieuwbouw in 1950 aan de Spijkerstraat in het Spijkerkwartier

In de jaren 60 komt raamprostitutie in de woningen rond deze kerk. Dat leidt tot de discussie of je ter kerke kan gaan tussen de hoeren. Een profetie geeft duidelijkheid: de aanwezigheid van een kerk kan mensen bekeren. De kerk blijft, maar eind jaren 60 volgt een kerkscheuring waarna de kerk verlaten wordt. Het gebouw wordt gebruikt als galerieruimte door Rudi Kousbroek die ook vele “ramen” beheert. Ergens in de jaren negentig bezoek ik het kerkje. De verhoging is er nog met daarachter de tekst: “Maranatha”: Jezus komt. Het wederkomstgeloof speelt een grote rol. Een deel van de gemeente vertrekt naar een zaal van het KAB gebouw aan de Rozendaalseweg, het huidige Posttheater. Nu vinden de “erediensten” plaats in het kerkgebouw de Uitkijk op de Geitenkamp.

De Kerk


Herdenking


John Frost

1945 - John Frost bij de toespraak die hij houdt bij de onthulling van het oorlogsmonument op de Dam. Copyright: Imperial War Museum.

Verwoesting en Wederopbouw

17-9-1947

Stille tocht van de Markt naar het monument op de Dam voor de herdenking. Over de lege Marktstraat, langs de open plek van nummer 3. Het puin is geruimd, op de open plekken groeit onkruid, aan sommige bomen zitten weer bladeren. Het oude stratenpatroon is nog zichtbaar. Er wordt niet gebouwd want er is overal gebrek aan.

De slag om de brug en de evacuatie hebben een diepe indruk gemaakt. Cor van Dijk heeft vlak na de vlucht uit het gebouw van Rijkswaterstaat dagen in shock op bed gelegen, zonder een woord te zeggen. Hij doet in 1949 verslag van de belevenissen van september 1944 in de Arnhemsche Courant.

Joop van Dijk maakt eind jaren ‘70 tekeningen van zijn belevenissen van september 1944. Hij exposeert daarmee in het oorlogsmuseum in Schaarsbergen en in een kasteel nabij Londen. De originele tekeningen zijn er niet meer.

Op 6 september 1994 onthult Joop met een dochter van dokter van Niekerk de plaquette die gemaakt is ter herdenking aan het hoofdkwartier van John Frost, op de hoek van de Prinsenhof en de Eusebiusbinnensingel. Het kunstwerk is een initiatief van de Stichting Arnhem in oorlogstijd 1940-1945 en vervaardigd door kunstenares Christine Nijland.

Verwoesting en Wederopbouw
Verwoesting en Wederopbouw
Verwoesting en Wederopbouw

Na de onthulling bekijken Eef (met witte regenjas) en Joop de foto van de omgeving van de Marktstraat op het Jacob Groendewoud plantsoen.


Verwoesting en Wederopbouw

De echtgenoot van Eef van Dijk, Wim Bitter is betrokken bij de oprichting van het evacuatiemonument op de hoek van de Jansbuitensingel en de Apeldoornseweg, waar ieder jaar de herdenking van de evacuatie plaatsvindt. Het is op 14 april 1995 onthuld.

Verwoesting en Wederopbouw

Tekst: Marianne Sorgedrager-Van Halewijn Plaquette: Mark Geels en Luigi Pedron


Het Airborne Museum Hartestein

In het Airborne Museum is een zogeheten Airborne Experience. Dit is een reconstructie van delen van de Slag om Arnhem. Een deel gaat over de gevechten in de binnenstad.



2017: de voorstelling

Een deel van dit verhaal is gebruikt voor de voorstelling Schuilstorm in de Waalse kerk in mei en september, van het project Theater na de Dam in 2017. Naar het voorbeeld van eenzelfde project in Amsterdam. Het is bedoeld om jonge mensen te herinneren aan de Tweede Wereldoorlog. Scholieren spelen hier een toneelstuk wat geschreven is over de ervaringen van ooggetuigen. Ik ben hiervoor geïnterviewd en heb over de belevenissen van mijn moeder verteld.

Theater na de Dam

En verder

Deze zo door de geschiedenis geraakte plek haalt regelmatig het nieuws.

1991: de tippelzone

Aan de Prinsenhof komt een tippelzone. Dit leidt tot protesten. Aan het woord is onder andere Piet van Leeuwen, al eerder opgevoerd als ooggetuige van de Slag om de Brug. De tippelzone heeft niet lang bestaan.



NRC: 23 oktober 1991:

De Prinsenhof is een klein straatje tussen kantoorgebouwen. De dichtstbijzijnde woningen staan aan de Markt, op een honderd meter afstand. De gemeente wees dit jaar, ondanks fel protest van de buurtbewoners, de Prinsenhof aan als tijdelijke zone voor straatprostitutie. In 1993 wordt de zone verlegd naar een nog aan te leggen weg achter het toekomstige stadskantoor, iets verder verwijderd van het centrum. Maar een tippelzone hoort buiten de bebouwde kom, stelt buurtbewoner W. Papendorp. Hij betrekt binnenkort een "peperduur' appartement aan de Rijnkade, ten zuiden van de Prinsenhof. “De gemeente noemde dit gebied in haar brochure de speerpunt voor ontwikkeling van de binnenstad. Het ligt tussen het city-centrum en de Rijnkade. De diverse culturele voorzieningen die zich op loopafstand van mijn nieuwe woning bevinden moeten we zien te bereiken via een tippelzone.”

“Kijk, daar heb je de dokter. Die verveelt zich zeker”, zegt Van Leeuwen, wijzend op een man die met een paar actievoerders staat te praten. De arts bezet de medische post in De Cirkel, de mobiele huiskamer die elke avond door gemeentewerkers met een tractor wordt voorgereden. Zij plaatsen dan ook vijf schotten op de "afwerkplaats', de parkeerplaats achter het Paleis van Justitie. Nadat op een nacht de startmotor uit de tractor verdween, blijft deze tussen negen en twee niet meer staan.

In De Cirkel zitten behalve de arts ook twee hulpverleensters. De tippelaarsters kunnen hier terecht voor een praatje, voor een douche, het toilet en om hun spuiten om te ruilen. “Dat wekt eveneens onze woede op”, verklaart Van Leeuwen, “die faciliteit kost 150.000 per jaar. Krijgt de gemeente van WVC. En dat voor een handjevol heroïneverslaafden.”

De Arnhemse politie kan desgevraagd geen precies aantal noemen. Naar schatting telt Arnhem ongeveer vijftig straatprostituées. In de eerste helft van dit jaar zijn er tien aangehouden aan de rand van het Spijkerkwartier, waar 200 raamprostituées werken. “Als je bij jezelf de stoep schoonmaakt, moet je de rotzooi niet op die van je buurman gooien”, zo verwoordt Van Leeuwen zijn verontwaardiging. “Want het blijft natuurlijk niet bij tippelen en wippen. Er komt ook verkeersoverlast. En het gaat om verslaafde meisjes: die trekken drugshandelaars aan. Dan is het probleem van Klarendal en het Spijkerkwartier mooi verlegd naar onze buurt.”

Nog een reden waarom het aanwijzen van de tippelzone op deze plaats Van Leeuwens woede opwekt is het feit dat zich juist rond deze Prinsenhof in de Tweede Wereldoorlog de Slag om Arnhem heeft afgespeeld. “Waar nu de huiskamer staat heb ik indertijd Engelse jongens begraven. En de pilaar van het Airborne monument heeft op de afwerkplaats gestaan.”




2009: het Nationaal Historisch Museum

Op de plek waar Marktstraat nr 12 stond, vlak naast de brug, staat nu het gebouw van Volkshuisvesting. Dit gebouw wordt in 2009 aangeboden als huisvesting voor het op te richten Nationaal Historisch Museum. Het ambitieuze plan sneeft.

2017: het Jacobus Groenewoudplantsoen


Reportage Jacobus Groenewoud


2018: het beste gebouw van Nederland

Nieuwbouw op de plek van de Marktstraat 3 krijgt de prijs voor het beste gebouw van Nederland.


Verwoesting en Wederopbouw

Het Gelders Huis - Gebouw van het jaar.


23-5 -2019 De Gelderlander

Een mooi bericht: ik hoop dat de veranderingen recht gaan doen aan de historie van dit gebied.


ARNHEM - Het gebied rond het Prinsenhof in het zuidoosten van Arnhemse centrum is, zeker na kantooruren, een doods stukje stad. Dat moet veranderen, vinden de hoofdbewoners gemeente, provincie én rijk.

De komende tien jaar zal het Bestuurskwartier in Arnhem, met stad- en provinciehuis, het Paleis van Justitie en panden van Openbaar Ministerie en (voorheen) Gelders Archief, totaal gaan veranderen. Waar nu alleen nog kantoren staan, moet straks bijvoorbeeld ook gewoond gaan worden.

Arnhem heeft die wens al jaren. Dat die nu mogelijk gerealiseerd kan worden, heeft veel te maken met de bouw van het Gelders Huis voor de provincie Gelderland. De door die nieuwbouw overbodig geworden provinciegebouwen aan de Prinsenhof - het hart van het Bestuurskwartier - zijn of worden gesloopt en dat schept mogelijkheden.


In 2017 schrijft musicus en dichter Ronny Schenk een gedicht over Arnhem. Hij was lid van het kunstcollectief Rauw. Ik gebruik het met zijn toestemming, Ronny overleed in 2018.



Arnhem,
Hoor ik kanonnen bulderen
Zie ik soldaten vallen op mijn scherm
Denk ik aan Arnhem, Eusebius aan de Rijn

Het water gevuld met stervende tranen
Een brug te ver, dode soldaat
Parken verdwalen in heuvels en paden

De Witte villa, verzonken op een heuvel in het gras
De hoofdstad gebouwd op graven voor duizenden doden
Dwalende geesten, eeuwig zoekend naar het verloren graf

Krachtige stad in de provincie
Treur nog immer in het slagveld zonder sterren
Leunend op twee gedachten, kreunend van de pijn

Mooie stad, ik kan zo jou zijn
Angst voor totale vernietiging
Een brug te ver, ook voor mij
Onzeker, kruipend verder

Ook ik, trillende knieën overeind
Wazig sta ik in de verte
Zie geen helden op het midden van de brug