1. Opkomst van De Marktstraat in Arnhem
Arnhem en de Marktstraat voor de oorlog De Marktstraat De Lauwersgracht De Markt Eusebiusbinnensingel Marktstraat 24 Marktstraat 7 Marktstraat 5 Marktstraat 3 Familie van Dijk
2. De Oorlogsjaren
3. De Slag om de Brug
4. De verwoesting, wederopbouw, herdenking Colofon

Opkomst en Ondergang van De Marktstraat in Arnhem

Start

Dit is het verhaal van de opkomst en ondergang van de Marktstraat in Arnhem.

Ontworpen en gebouwd in de 19e eeuw. Verwoest in september 1944 bij de strijd om de Rijnbrug van de operatie Market Garden. Van de kaart verdwenen tijdens de wederopbouw na de oorlog.

Dit is het verhaal van mijn moeder die met haar broers en haar moeder op 17 september 1944 op de Marktstraat nr. 3 woonde. Zij maakten de strijd om de brug van dichtbij mee en legden dat vast in interviews en tekeningen.

Mijn moeder sprak met weemoed over de Marktstraat. Ik had wel een idee waar het ongeveer was, maar niet hoe het er uit zag. Het moest wel mooi geweest zijn, in ieder geval voor mijn moeder. Ze heeft er gewoond van 1930 tot 1944.

De verhalen bij de herdenkingen van de slag om Arnhem van de afgelopen jaren wekken mijn nieuwsgierigheid. Thuis ligt een album genaamd : “Oorlogsherinneringen fam. Van Dijk”. Ook een verhaal. Ik ga het na bijna 20 jaar opnieuw lezen, maar nu aandachtiger. Ik ga op zoek naar het verhaal van de Marktstraat.

De hoofdrolspelers zijn inmiddels overleden zodat er op vele vragen geen antwoord meer is. De zoektocht is fascinerend, langs vele bronnen en met verrassende ontdekkingen. En gesprekken met mijn familie op zoek naar details.

Een ontdekkingstocht door oude boeken en het internet leidt van de hertog van Alva en Lodewijk XIV, naar een sprookjesachtige Lauwersgracht, prachtige herenhuizen, een advertentie waarin mijn oma gebruikte kinderschoenen te ruil aanbood, naar het trieste lot van Arnhemse Joden en de gruwelijke 4 dagen van de strijd om de brug.

De woning van de familie, Marktstraat 3, ligt binnen de perimeter van de Britse para’s, een klein gebied rond de noordelijke oprit van de brug over de Rijn. De verovering is cruciaal voor het slagen van de operatie Market Garden, met als doel de Duitsers een definitieve nekslag te geven en zo de Tweede Wereldoorlog te beëindigen. Dat mislukt. Er gaat veel mis. De Duitsers schieten en branden het gebied plat om de Engelsen te verslaan. De familie ontvlucht hun brandende huis en wordt naar het gebouw van het hoofdkwartier van Frost gebracht. Ze ontsnapt ternauwernood aan de dood als dat gebouw brandend instort. Mijn familie overleeft het, en dat is een wonder. Zoals mijn moeder zei: “we zijn bewaard gebleven”.

Dit is het verhaal van de tram, het Rijksarchiefgebouw, de Lauwersgracht, de Noordelijke oprit van de Rijnbrug. Het verhaal van Piet van Leeuwen, van dokter van Niekerk, van de familie Spieksma en de familie Hoefsloot. Foto’s, films, tekeningen en animaties maken weemoedig over hoe Arnhem was en had kunnen zijn. En laten zien hoe het nu is.

Dit is geschiedenis van een bijzonder stukje Arnhem.

Arnhem en de Marktstraat voor de oorlog

Een deel van de 19e eeuwse Marktstraat loopt over een gebied dat binnen de stadsmuren van het middeleeuwse Arnhem lag.



1
1
1
1


Het boek “Arnhem” van A. Markus uit het begin van de 20e eeuw beschrijft de geschiedenis van Arnhem. De uitgave uit 1907 wordt in 1965 opnieuw uitgegeven met een voorwoord van Klaas Schaap, stadsarchivaris van de gemeente Arnhem. Enkele fragmenten uit dit boek over het gebied waar later ongeveer de Marktstraat zou lopen.


Joan Blaeu

1649 - Kaart van Joan Blaeu uit Atlas van Loon. Rechtsonder, nummer 9: “het Prince hoff”


Markus: “Het Prinsenhof, vroeger het “Oude Hoff” geheeten bevond zich op dezelfde plaats, waar nu het Gouvernementsgebouw staat; het werd door Graaf Reinald I in 1310 gesticht, toen hij zijn verblijf op St. Walburg wilde verlaten en van de Abdij van Prüme voor 140 tourische ponden het erf had gekocht, dat eens de parochie van st. Maarten was geweest en sedert de residentie is gebleven van de Graven, Hertogen en stadhouders van Gelre.

"In den Bourgondischen en den Spaanschen tijd, zooals ook onder Lodewijk XIV, werd het door de stadhouders bewoond, en de “stadhoudershof” genaamd, maar toen de graven van Nassau als stadhouders van Gelderland optraden en de prinsen van Oranje er van tijd tot tijd vertoefden, veranderde de naam naar aanleiding van deze vorstelijke personen in Prinsenhof, een naam die het tot het einde toe gedragen heeft.”

“Toen in de 15e eeuw de Sabelspoort nog onmiddellijk tusschen de vestingmuren lag ingesloten, stonden er links voor de poort een paar huisjes, waarvan een bewoond was door de den “beziender” (Visiteur) van den Anholtschen tol. Rechts van deze huizen stond het Prinsenhof, dat ten zuiden en ten westen door de Stadsbeek werd begrensd, aan het oosten lag het Hof open aan eene straat en ten noorden kwam het uit op het Sant, dat was een met lindeboomen beplant pleintje, waar de Arnhemsche schoonen zeker pantoffelparade hielden.

Langzamerhand werden er aan het Prinsenhof gebouwen bijgebouwd, zoodat de straat, welke er achter heen liep verviel en de oost en- en zuidzijde ingesloten waren tussen belendende erven. Aan de zijde van het Sant grensde het aan het huis van Erkelenentz, dat zoowat gelegen was ter hoogte van de tegenwoordige Alva-zaal van den heer Hesselink.”

Deze Alva-zaal is de latere Marktstaat 7. De geschiedenis daarvan wordt later beschreven in een artikel van de Arnhemsche Courant van 10-10-1941.

Markus: “In het jaar 1829 stond de koning Willem I de stad toe, tegen overgifte aan het Rijk van de Beekhuizer- of stadswaard al de vestinggronden in eigendom over te nemen, de poorten af te breken, de grachten te dempen of te verleggen en alles zoodanig te veranderen, als in het belang der Gemeente noodig werd geacht. Van dit tijdstip af is er in de omgeving der oude stad veel veranderd, daar de stad zich naar alle zijden kon uitbreiden; hoogst gewichtige gevolgen heeft dan ook deze overeenkomst voor Arnhem gehad; zij toch legde de grondslag voor het Arnhem van heden, een sieraad van ons dierbaar Gelderland. Al spoedig begon men in het Ooster-en Noordergedeelte der stad de wallen te slechten, den grachten een anderen loop te geven, de nog bestaande poorten af te breken.”

In plaats van de grachten, wallen en muren wordt onder meer de Lauwersgracht aangelegd. De singels rondom de oude binnenstad worden bebouwd en Arnhem groeit.




"Van alle steden in Nederland groeit de bevolking van Arnhem rond 1850 het sterkst. Tussen 1830 en 1880 verdrievoudigt het aantal inwoners van iets meer dan 13.000 naar ruim 40.000. Het provinciale Arnhem laat opkomende industrie- en handelssteden als Amsterdam en Rotterdam ver achter zich."
- Bron Arneym.nl


Ten oosten van de stad ligt het Arnhemse Broek. Een weidegebied waar de Westervoortsedijk doorheen liep: de weg naar Zevenaar en waterkering voor de regelmatig overstromende Rijn.

In 1853 presenteert de stadsarchitect Heuvelink een uitbreidingsplan met veel aandacht voor behuizing voor de welgestelden: mensen die fortuin hebben gemaakt in de koloniën en de bestuurlijke elite. Delen van de bebouwing van de Singels, de Rijnkade en het Spijkerkwartier zijn daar nog een voorbeeld van. De Marktstraat maakt onderdeel uit van dat plan. Het wordt de verbinding van de oude binnenstad met de Westervoortsedijk, de Singels en de industrie in het Broek.

De Marktstraat loopt vanaf de Markt richting Westervoortsedijk, over het gebied waar nu het provinciehuis, het Gelders Huis en gebouw van het Openbaar Ministerie staat, onder de huidige noordelijke oprit van de Rijnbrug door. Vanaf 1858 wordt er gebouwd. De eerste vermelding in het Gelders archief is uit 1866 voor de vergunning voor een waterleiding. De Marktstraat is een straat met ongeveer 19 panden: 7 aan de noordkant en 12 aan de zuidkant.


Plan Heuvelink 1853

1853: Plan Heuvelink.

De geel gekleurde gebieden zijn de straten waar de nieuwe bebouwing moet komen, de brede gele streep onderaan is de Marktraat en het Eusebiusplein.


Plattegrond van Arnhem in 1880
Gelders Archief 1501-04 2238

1880 - Plattegrond van de Markstraat.


Plattegrond Arnhem in 1900

1900 - Plattegrond Arnhem (Bron: Gelders Archief)

De Marktstraat

Bron: J.S.J. de Jongh, Rijksmuseum nr. RP-F-F12035

1865 - Marktstraat. (Bron: J.S.J. de Jongh, Rijksmuseum nr. RP-F-F12035)

1865. De bebouwing is bijna klaar. Het Rijksarchief is er nog niet: dat werd in 1880 in gebruik genomen. Twee mooie details: de wandelende statige heer links met hoge hoed en de bukkende man op straat die kennelijk een steentje uit zijn klomp haalt. Arnhem: stad van welgestelden en van arbeiders. De fotograaf kijkt richting het Eusebiusplein/Groote Markt. Het pand in de verte is Hotel des Pays Bas op de markt.


1870. Marktstraat Arnhem, opname naar het Oosten gezien.

1870 - Marktstraat (Bron: Gelders Archief)

1870 Opname naar het oosten gezien. In de verte het buitengebied van het Broek, met de houtzaagmolen, een paltrokmolen. Het kleine gebouwtje linksvoor is een politiepost. Op een plattegrond is dat terug te zien. Op de voorgrond een stukje van de pas aangelegde Lauwersgracht. Hier is nu de noordelijke oprit van de John Frostbrug. Het meest linker pand is nr 24. Nu staat daar het rioolgemaal naast de Rijnbrug.


1891 - Marktstraat 1: het Rijksarchiefgebouw; geheel rechts de steigers voor de bouw van Marktstraat 3.
Gelders Archief 1501-04 2238
Gelders Archief 1501-04 2238

1891 - Marktstraat 1: het Rijksarchiefgebouw; geheel rechts de steigers voor de bouw van Marktstraat 3.


1900-1910: Marktstraat: met een winters zicht op het oosten.

1900-1910: Marktstraat: met een winters zicht op het oosten.

De fotograaf staat opgesteld voor nummer 3, links. Naar links is de Eusebiusbinnensingel, rechts de Westervoortsedijk. Achter de berijpte bomen ligt de Lauwersgracht. Rechts het straatnaambordje van het Eusebiusplein.


1910 - Hesselink Hermanos
Gelders Archief 1501-04 8285

1910, vanaf links Marktstraat 3,5 en 7.


1910, zuidkant: Marktstraat 8 en 6, hoek Kadestraat

1910 - zuidkant: Marktstraat 8 en 6, hoek Kadestraat


1910 - nr.12, 10 en 8

1910 - nr. 12, 10 en 8

Over nummer 12 meer in “De Oorlogsjaren”.


Marktstraat 14-16, het Gelders Blinden instituut.

Marktstraat 14-16, het Gelders Blinden instituut.

Deze gebouwen werden gesloopt voor de aanleg van de Rijnbrug.

Blindeninstituut wordt genoemd in de krant van 12-06-1933

Blindeninstituut wordt genoemd in de krant van 12-06-1933


1920: Marktstraat, de zuidelijke kant van links naar rechts de huisnummers 22, 20
Gelders Archief 1501-04 8245

1920: Marktstraat, de zuidelijke kant van links naar rechts de huisnummers 22, 20: daar was een tijd het secretariaat van de R.K. vrouwenbond gevestigd, 18, 16-14: Gelders Blindeninstituut, 12: Joods Lyceum in 1942/1943, 10, 8, 6, Kadestraat oversteken dan nrs 4: Firma Driessen en 2. Rechts de Lauwersgracht.

De nummers 22 tot en met 14 zijn in 1932/34 gesloopt voor de noordelijke oprit van de Rijnbrug.

Marktstraat: de noordzijde.

Marktstraat: de noordzijde.

Marktstraat en Eusebiusbinnensingel: de noordzijde. Het linkerhuis is het laatste pand van de Marktstraat, dan de Hofstraat en dan begint de Eusebiusbinnensingel met op nr. 18 de dieper liggende woning van huisarts van Niekerk ten tijde van de slag om Arnhem.


1935 Marktstraat van onder de nog steeds bestaande oprit van de Rijnbrug, Nu is dit de Oranjewachtstraat.
Gelders Archief 1501-04 2067

1935 Marktstraat van onder de nog steeds bestaande oprit van de Rijnbrug, Nu is dit de Oranjewachtstraat.

Rechts van de pilaar, het witte gebouw, is tijdens de Slag gebruikt als hoofdkwartier van het 2e Parachute Bataljon. Het gebouw daarnaast, Rijkswaterstaat, is bezet door het hoofdkwartier van de 1e Parachute Brigade. In de gebouwen links van de pilaar huisden een mix van de 9e Field Compagnie, Bataljon hoofdkwartier en ondersteunende Compagnie, Zweefvliegpiloten en het 1e Airlanding Anti-tank batterij.

1938: Marktstraat met de noordelijke oprit van de Rijnbrug
Gelders Archief 1501-04 8241

1938: Marktstraat met de noordelijke oprit van de Rijnbrug.

De Lauwersgracht

Het beeld van de Marktstraat is niet compleet zonder de Lauwersgracht. Vanaf de eerste bebouwing rond 1860 tot de aanleg van de Rijnbrug in 1933 begrenst de Marktstraat deze sprookjesachtige waterpartij. Romantisch met zijn weelderige bomen, villa’s en een ijzeren, witte brug die de Eusebiusbinnensingel verbindt met de Eusebiusbuitensingel, ongeveer ter hoogte van de Boulevard Heuvelink.

In 1933 wordt een deel van de gracht gedempt, en het bruggetje gesloopt ten behoeve van de aanleg van de noordelijke oprit van de Rijnbrug. Mijn moeder kon zich de oude situatie nog goed herinneren. Ze heeft daar als meisje rondgelopen.



Gelders Archief 1501-04 6848
Gelders Archief 1501-04 6854

1880-1900: zicht op de Lauwersgracht vanaf de Marktstraat.


1900: zicht zuidwaarts: links “het paadje van Bleckmann”.
Gelders Archief 1501-04 7032

1900: zicht zuidwaarts: links “het paadje van Bleckmann”, dat langs panden aan de Eusebiusbuitensingel loopt. Genoemd naar de eigenaar van een van de panden. Achteraan de Marktstraat.

1890-1930: aan de overkant rechts is de Boulevard Heuvelink.
Gelders Archief 1501-04 6877

1890-1930: aan de overkant rechts is de Boulevard Heuvelink.

Lauwersgracht.
Gelders Archief 1501-04 6992

Aan het eind van de Lauwersgracht is de Marktstraat. Rechts het torentje van het gebouw van de Rijkswaterstaat. De foto is waarschijnlijk genomen vanaf de Witte Brug.

Maar zo kon het niet langer, het was te mooi om waar te zijn. Het gemeentebestuur besluit ondanks hevige protesten, velen zien de schoonheid van de gracht toen ook al, dat daar de nieuwe Rijnbrug moest komen. In de krant verschijnen boze brieven en vlammende protesten. Het mocht niet baten. “De nieuwe tijd, net wat u zegt”.

Onderstaande grauwe foto’s geven een beeld van de sloop van een deel van de Marktstraat, het dempen van de gracht en de sloop van de ijzeren brug.


1934 Dempen van de Lauwersgracht
Gelders Archief 1501-04 6926

1934 Dempen van de Lauwersgracht.

1934 - sloop van de Witte Brug
Gelders Archief 1501-04 6936

1934 - sloop van de Witte Brug


Advertentie van 12-10-1933 uit de Arnhemsche Courant

Advertentie van 12-10-1933 uit de Arnhemsche Courant


1934 Bouw van de noordelijke oprit van de Rijnbrug.
Gelders Archief 1501-04 8259

1934 Bouw van de noordelijke oprit van de Rijnbrug.

De bouw van de Rijnbrug en de aanleg van de noordelijke oprit op die strategische plek zou de voorbode zijn van de totale vernietiging van de Marktstraat en een deel van het centrum, als deze het brandpunt wordt van de slag om de brug in 1944.

1934 - Bouw van de Rijnbrug

1934 - Bouw van de Rijnbrug.

De Markt

Zonder Markt geen Marktstraat
Gelders Archief 1501-04 12923

Zonder Markt geen Marktstraat.

1870: linksaf de Marktstraat. Begrensd door Hotel des Pays-Bas. Rechtdoor de nog ingebouwde Sabelspoort. Vóór 1944 zijn er al plannen om de gebouwen er omheen te slopen.

2-3-1940 bron Delpher, Arnhemsche Courant.

2-3-1940 - Bron Delpher, Arnhemsche Courant.

1898: een optocht in de regen trekt van de Markt naar de Marktstraat
Gelders Archief 1501-04 7987

1898: een optocht in de regen trekt van de Markt naar de Marktstraat. Achteraan onder de boom de gewelven van het Duivelshuis.

1910: Markt met tramlijn afbuigend naar de Marktstraat
Gelders Archief 1501-04 8091

1910 - Markt met tramlijn afbuigend naar de Marktstraat.

1930-1940 - De Markt met op de achtergrond de Eusebius kerk.
Gelders Archief 1501-04 7722

1930-1940 - De Markt met op de achtergrond de Eusebius kerk.

1930-1940 - de oostwand van de Markt met het provinciehuis
Gelders Archief 1501-04 7760

1930-1940 - de oostwand van de Markt met het provinciehuis.


1935: Markt: Arnhem 3D.

Eusebiusbinnensingel


In het verlengde van de Marktstraat staat, op de Eusebiusbinnensingel, het gebouw van de Rijkwaterstaat
Gelders Archief 1501-04 3366

Het gebouw van de Rijkswaterstaat.

In het verlengde van de Marktstraat staat, op de Eusebiusbinnensingel, het gebouw van de Rijkwaterstaat. Gebouwd in 1848 door architect Heuvelink als gemeenteziekenhuis. Dat verhuist in 1931 naar de plek van het huidige Rijnstate Ziekenhuis. Op 18 september 1944 wordt dit het hoofdkwartier van de Britse 1e parachutebrigade.

De witte woning ernaast wordt het Bataljonshoofdkwartier van Luitenant Kolonel Frost.

De witte woning ernaast wordt het Bataljonshoofdkwartier van Luitenant Kolonel Frost

Het hoofdkwartier van Luitenant Kolonel Frost.


Eusebius

Eusebiusbinnensingel met een deel van de noordelijke oprit.

Marktstraat 24

Gelders Archief 1501-04 8251

Nummer 24 wordt in 1913 als schoolgebouw in gebruik genomen en in 1934 wordt de school failliet verklaard door bezuinigingen op het onderwijs. Daarna is het kantoor van de GVA: Gemeente Vervoerbedrijf Arnhem. De panden die er rechts van stonden zijn gesloopt voor de brug.

Rechtsboven - 6-7-1933. Linksonder - 18-12-1933. Midden onder - 13-7-1935.

Rechtsboven - 6-7-1933. Linksonder - 18-12-1933. Midden onder - 13-7-1935.


De electrische tram

De voorloper van de electrische tram is de paardentram gerund door een particuliere maatschappij. De gemeente besluit in 1907 om de elektrische tram in eigen beheer uit te voeren. Het Arnhemse trambedrijf GETA begint de exploitatie in Arnhem in 1911. De trams rijden op smalspoor (Kaapspoor).

In de loop der jaren groeit het tramnet uit tot vijf lijnen. In 1929 krijgt de GETA zes nieuwe tramrijtuigen, de beroemde serie GETA 70-75. Deze wagens hebben vier assen in plaats van de gebruikelijke twee. Deze ‘zeventigers’ zijn hypermodern en de trots van Arnhem. Alleen Rotterdam heeft ook zulke moderne tramrijtuigen. Ze zijn 12 meter lang en kunnen 70 passagiers vervoeren.

In de crisisjaren van de jaren dertig wordt de gemeentelijke dienst die het zwaarst getroffen is door de werkloosheid het vervoerbedrijf. De mensen laten de elektrische tram staan en gaan te voet of met de fiets (Bron - Arneym.nl).



21-6-1944 - Kantoorpersoneel voor het pand aan de Marktstraat 24. Drie maanden later is het verwoest.

21-6-1944 - Kantoorpersoneel voor het pand aan de Marktstraat 24. Drie maanden later is het verwoest.

De Marktstraat 24 werd gebruikt door het 3e peloton van de “A” compagnie en het 2e parachute Bataljon tijdens de Slag.


21-7-1944 Tram met conducteur

21-7-1944 - Tram met conducteur

21-6-1944  Electrische afdeling gemeentelijk trambedrijf
Gelders Archief 1583-6758

21-6-1944 - Electrische afdeling gemeentelijk trambedrijf.

Op 31 januari 1942 verschreen een grappig bedoelde column uit de Arnhemsche Courant geheten: In den Uylenspieghel, over de tram:



IN DEN UYLENSPIEGHEL

Ik rijd pas tien jaar dagelijks met de Arnhemsche tram, dus ik kan er nog voor geen kinderkaartje van vijf cent over meepraten, laat staan, dat ik zoo onbescheiden en brutaal zou zijn er over te schrijven. Ik kan er echter niets aan doen, dat mijn medepassagiers op het achterbalcon over de tram praten. Ik heb het hun al vaak verboje: Menschen, praat toch niet zoo over de tram, dat wil de directie niet hebben!" maar het helpt nix. Ze blijven hun on-noozele idééën spuien. De érgste domooren praten voortdurend over een wisselverbod, maar da's puur egoïsme. Dat zijn de menschen, die es een énkel keertje te laat op hun werk komen, of den trein missen, omdat de bestuurder toevallig drie dames en heeren, die met een gulden betaalden, en vijf dames en heeren, die niet kleiner dan een kwartje hadden, terug moest geven".

Nee, ik zeg maar mét de leiding van ons onvolprezen openbaar vervoermiddel: „Een wisselverbod, de dood in de pot!" en al die bestuurders, die stiekum kankeren, dat het zoon gemak voor hen zou zijn, als ze niet meer mochten wisselen en dat de vertragingen dan tenminste een pietsje zouden verminderen, zijn zuurpruimen, zoo goed als de zeurpieten, die staan te mopperen, omdat een breeje rug hun zoo lang den toegang tot het voor balcon verspert, al rekenend en kibbelend met den bestuurder over het kleinmaken van een riks. Laten die mopperaars liever maar es denken aan de twintig passagiers achter hen, die toch óók koude voeten hebben en die niks zeggen! Dat leeken-geklets alzoo geeft geen pas, ik ben het volmaakt met mijn vrinden op den top van de tram-pyramide eens.

Maar zoo héél af en toe zegt zoon passagier in zijn, laak nou maar eerlijk zeggen: stommiteit, weles iets, dat de moeite van het overwegen waard is. Zelfs een stilstaande klok wijst twee maal per etmaal den goeden tijd aan. En daarom publiceer ik heden dit advies van een heer, letterlijk uit zijn mond opgeteekend; zijn geklappertand en beendergerammel bij het denderen door de bochten van lijn 2 heb ik weggelaten, omdat zélfs onze goed uitgeruste zetterij niet over de letterteekens beschikt, die dit rumoer kunnen weergeven: „De menschen willen nooit doorloopen naar het achterbalcon en daarom kan de tram nooit af gestampt-vol worden; waarom maken ze er niet zoon inrichting aan als aan de vulliswagens ? De bestuurder drukt op een knop, de heele tram gaat op zn kop staan en alle inzittenden tuimelen naar achter. De tram gaat weer naar omlaag en er is voorin weer plaats zat "Kijk es, deze suggestie steekt zoo torenhoog uit boven de wisselverboden, tien-ritten-kaarten, doorrijden-bij-het-Willemsplein en andere utopische dagdroomen van oningewijden, dat ik haar der openbaarheid niet mag onthouden. Het idéé van den achterbalconschen rammelenden heer zij der Marktstraat dan ook eerbiedig opgedragen.

Voor deze gelegenheid wil ik dan onderteekenen als tramabonné A. 2062,
TIJL



Marktstraat 7

1910 - Tekening van Hesselink Hermanos
Gelders Archief 1501-04 8289

1910 - Tekening Hesselink Hermanos

Nummer 7 is jarenlang van de groothandelaren in Spaanse en Portugese wijnen, Gebr. Hesselink. Zowel over het pand als over de eigenaren is een mooi verhaal te vertellen. De Arnhemsche Courant van 10-10-1940 plaatst een artikel van dhr van Hogerlinden, in die tijd een bekende Arnhemse chroniqueur.



"Het oude wijnpakhuis in de Marktstraat is opgetrokken in 1879 in Moorschen stijl naar het ontwerp van den heer J.K.F. Timmerhans van Abcoude (nu kolenhandel van de firma Wittop Koning). De voorgevel heeft tot opschrift: Compania Holandesa, Hesselink Hermanus en Cia. Jerez de la Frontera. Als rollagen voor de ramen van de 1e verdieping zijn te zien de namen Jerez, Oporto, Malaga en Tarragona. De firma was jarenlang het eenige Nederlandsche exporthuis in Jerez.

In 1882 had de Compania Holandesa het noordelijke gedeelte van het oude Hof van Gelre of Prinsenhof met de Alvazaal gekocht, terwijl in 1879 reeds de tuin eigendom was geworden. De Spaansche verzameling werd hier ondergebracht."


Alva Zaal

De Alvazaal - De Spaansche verzameling werd hier ondergebracht.

"Op 16 juli 1573 kwam Alva van Nijmegen door de Sabelspoort te Arnhem, gaande naar Utrecht. In de zoogenaamde Alvazaal heeft de hertog vertoefd, alwaar hem door het stadsbestuur wijn werd aangeboden.

De zaal was in 1760 gerestaureerd in rococco-stijl, de lijstwerken waren verguld, het behang was van zijden damast. Onder de zaal was een kelder, vroeger tot gevangenis gebruikt en later voor sacristia en bewaring van de verschillende Iberische wijnsoorten.

Het museum in de Alva-zaal werd veel bezocht; de archivaris Timmerhans van Abcoude was des Maandags, Vrijdags en Zaterdags aanwezig om inlichtingen te geven. Ik herinner mij nog de bokkenhuiden om wijn in te bewaren en het reuzenvat van 12.000 liter inhoud. Tegenwoordig wordt de wijn bewaard in stenen potten of kruiken.

Gedurende de tentoonstelling van 1879 op den Janssingel had de firma een etalage in de hoofdzaal bestaande uit een achtkantig toorntje op een breed voetstuk in Spaansche kleuren. Wanneer het bezoek was afgelopen bood de vriendelijke heer Hesselink een glas port aan de bezoekers aan.

Aan de Hofstraat waren een kuiperij, spoelerij en magazijnen met bovenhuizen. Hier waren aangebracht de namen Alicante, Manzanares, Lisbon en Porto. Alles was in 1884 Moorschen stijl gerestaureerd door den architect D. Geysbeek Molenaar.

In 1917 is de Alvazaal afgebroken waardoor het laatste gedeelte van het hof en het oude gouvernementsgebouw verdwenen. Op 18 juni 1924 werd op deze plek het nieuwe provinciehuis in gebruik genomen. Wat de historie betreft, lees ik in Van Hasselt’s Arnhemsche Oudheden, dat Willem Fredrik van Nassau, stadhouder van Friesland van 1640-1664, eigenaar was van de Alvazaal en dat 21 Juli 1672 Lodewijk XIV aldaar Condé bezocht, die een wond aan den linkerarm had opgeloopen in den strijd tegen Aylva, bevelhebber van het Friesche regiment bij het Tolhuis van Lobith.

In de zaal werd vroeger cour gehouden en recht gesproken. De heer Hesselink Jr. is thans nog vice-consul van Spanje."

J.G.A. Van Hogerlinden



De Hertog van Alva is de Spaanse landvoogd van de Nederlanden van de Spaanse koning Filips II. Hij bezoekt Arnhem dus in 1573, tijdens de 80-jarige oorlog. In 1572 moordt hij Mechelen, Zutphen en Naarden uit, op 13 juli 1573 volgt Haarlem. De moordpartijen leiden tot nog meer verzet in de Nederlanden en zelfs in Spanje vindt men deze acties veel te ver gaan. Hij wordt in dat jaar dan ook vervangen. In Arnhem krijgt hij een glaasje wijn.

100 jaar later bezoekt Lodewijk XIV dezelfde plek na een harde strijd in de Liemers: hij bezoekt zijn gewond geraakte generaal Conde die daar verzorgd wordt.

De familie Hesselink is zeer talentvol: Dhr Hesselink Jr. is de broer van Willem Frederik Hesselink, onder meer scheikundige, oprichter van Vitesse, nationaal kampioen verspringen en touwtrekken en voorzitter van Bayern Munchen. De broers voetballen jaren bij Vitesse en maken deel uit van een succesvol team.

De firma Hesselink is hier gevestigd tot 1931, waarna in het pand een kolenhandel kwam: Wittop Koning.


Wittop Koning, gevestigd op de Marktstraat 7.

Wittop Koning, gevestigd op de Marktstraat 7.

Wittop Koning, gevestigd op de Marktstraat 7.

Marktstraat 5

Gebouwd in 1881 door aannemer E. Wansink die er aanvankelijk ook in woont. In 1886 wordt het bewoond door de Agent van de Nederlandsche Bank, A.S. van Oldenborgh die in 1892 verhuist naar het Velperplein. Van het einde van de 19e eeuw tot en met 1924 is hier de weduwe H.T. ten Bensel, geb. Jansen woonachtig. Zij is modiste en maakt dat kenbaar door een groot reclamebord aan de gevel. Vanaf 1924 tot 1930 woont er de grossier in koloniale waren R.A. ten Bokkel Huinink. Vanaf 1930 tot 1939 woont er mr A.J.W.N. Stokvis, advocaat en procureur en lid van de gemeenteraad, tevens voorzitter van het Joods begrafeniswezen.

Over nummer 5 meer in “de oorlogsjaren”.

Over nummer 5 meer in “de oorlogsjaren”.

Marktstraat 3

Marktstraat 3, de woning waar de familie van Dijk veertien jaar woonde, van 1930 tot 18 september 1944.

Nr 3 is ook gebouwd door een Wansink en wel B.G., sigarenfabrikant, die er omstreeks de eeuwwisseling woont. Deze woning staat naast het Rijksarchiefgebouw op nr 1. Daarna woont de familie Breijink er. Vanaf 1912 tot 1930 verhuurde de behanger-stoffeerder Gerritsen er kamers. Er was onder andere een curator gevestigd.

Curator mr. H.C.M. van Nispen tot Pannerden op de Marktstraat 3, te Arnhem.

1923 - Curator mr. H.C.M. van Nispen tot Pannerden op de Marktstraat 3, te Arnhem.

In 1930 wordt een vergunning afgegeven voor de verbouw tot een vergaderlokaal en woning. Het vergaderlokaal wordt gebruikt als kerk en in de bovenwoning gaat de familie van Dijk wonen. Cornelis van Dijk is voorganger van die kerk, “geroepen” als profeet.

Op de begane grond worden vanaf dan de “erediensten” van de Hersteld Apostolische Zendingkerk gehouden met iedere zondag 2 kerkdiensten.

De tuin achter het huis is ommuurd en er staat onder andere een perenboom. Het grenst aan de achterkant aan het provinciehuis en de Hofstraat.

Familie van Dijk

Familie van Dijk

Familie van Dijk

De familie van Dijk bestaat uit Cornelis van Dijk, Eva Christina Kruk en hun 3 kinderen Eef, mijn moeder, Cor en Joop. Cornelis van Dijk staat bij de gemeente ingeschreven als godsdienstonderwijzer. Hij komt uit Amsterdam, en trouwde als weduwnaar met Eva Christina Kruk. Eva is de jongste dochter van een tuinder met een tuinderij aan de Klingelbeekseweg (nu nr 30) in Arnhem. Ze is kindermeisje bij een huisarts aan de Sonsbeekweg en leert haar man kennen via haar broer die lid was van de kerk.

Cornelis van Dijk schrijft onder andere religieuze overdenkingen voor de Arnhemsche Courant. Op 1 december 1934 overlijdt hij, 52 jaar oud, volgens de overlevering omdat hij zich uit geloofsovertuiging niet wil laten behandelen voor zijn ziekte, die wel te behandelen is. Eva Christina, mijn oma, is de koster van het kerkgebouw. Een van de werkzaamheden is in de vroege ochtend het opstoken van de kolenkachel om de kerk te verwarmen. De kinderen spelen kerkje op zolder. Ze leven van de collectes en de tienden (van het inkomen) die door de gemeenteleden gegeven worden als gift aan de kerk. Het zijn de crisisjaren van de jaren dertig. Er heerst armoede. Met het scheiden van de markt om de hoek worden de dan afgeprijsde groenten gekocht. Eef krijgt geld van familie uit Amsterdam waarmee ze naar de Mulo kan. Na de oorlog vertelt oma dat ze de armoede nog veel erger gevoeld zou hebben als er geen oorlog was geweest. Alles is op de bon zodat ze niet uit de toon vallen. Foto’s en documenten uit die tijd zijn er niet meer. `Alles is verbrand`.



Hoofdstuk 2: De Oorlogsjaren.